10. Hier leeft tante Door

Provincialeweg West 35

Het verhaal van Willem en Elsbeth

Hanneke Leroux, juni 2021

In november 2020 werden de schuurdeuren van de boerderij van het gezin van Meijeren aan de Provincialeweg west 35 uitnodigend geopend. En open blijven ze, de hele dag tot 21:00, behalve op zon- en feestdagen. Tante Door is hier komen ‘wonen’. Tante Door staat symbool voor een Hollandse kip die opgroeit in een ruime stal voordat ze geslacht wordt. Als o.a. panklare schnitzel, BBQ steak, en kippendij kan ze hier worden gekocht uit de meerkeuze automatiek. Dit principe kende ik van kroketten en stroopwafels maar niet van kip. Intoetsen wat je wilt hebben voor het avondeten, de pinpas erlangs en hup, je avondmaaltijd is gered!
De boerderij werd vroeger al gepacht door de opa van Willem, samen met een neef. Rond 1975 kocht Joost van Meijeren, de vader van Willem, de boerderij inclusief het land. Willem en Elsbeth van Meijeren bewonen met hun jonge gezin de ene helft van de boerderij. De ouders van Willem wonen in de andere helft.
De boerderij stamt uit de zeventiende eeuw. Dat kun je wel zien aan de oude ijsselsteentjes en de muur aan de westkant van het woonhuis die door de jaren heen steeds meer uit het lood is komen te staan. ‘Het huis wordt steeds groter’, zegt Elsbeth nuchter. ‘Het woonhuis heeft aan de voorkant ook last gehad van de afwatering van de weg’, vervolgt ze, ‘het water stond onder de vloerbedekking en je kon er de schimmel zien, maar dat is gelukkig allemaal opgelost’.
Binnen blijkt het woonhuis van alle hedendaagse gemakken voorzien. Alleen de deel met zijn oude houten stevige balken verraadt dat het om een oud monumentaal pand gaat. ‘Van de N228 hebben we geen last’, zegt Willem, ‘want we werken met de rug naar de weg toe’. Toch heeft Willem een keer geklaagd over het zware landbouwverkeer dat vlak langs zijn huis komt, maar ach, hij rijdt zelf toch ook niet meer met paard en wagen?

Dit is een melkveebedrijf met 170 koeien, inclusief jongvee. De koeien lopen lekker op het land en hebben een weids uitzicht op de Beierse Bocht. Alleen het jongvee en de drachtige koeien staan nu op stal. In een andere grote stal leven nog eens 14000 mestkuikens. Ook zij hebben de ruimte en eten uit bakjes die automatisch voorbij schuiven. Ik gluur naar binnen en zie een paar kuikens heerlijk wiegen op een speciale schommel.

Als de kuikens volgroeid zijn worden ze in de nacht gevangen.
‘Ze zijn dan makkelijk te vangen’, zegt Willem, ‘want als het donker wordt gaan ze zitten en dan kan je ze zo met je handen pakken’.

Hier wordt gemolken, gevoederd en, als de tijd daar is, gevangen. Er lopen ook nog twee geitjes. De familie van Meijeren heeft altijd wat te doen. Iedere dag van de week van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat. Daartussendoor spelen de kinderen. Zij hebben hun eigen speelplek met een zwembad en een glijbaan. Elsbeth brengt en haalt de kinderen – meestal op de fiets- naar en van de Graaf Jan van Nassauschool In Gouda. ‘We trekken op Gouda aan’, zegt ze, ‘ook wat kerk betreft’. ‘De zwarte kousenkerk’, grapt Willem waarop Elsbeth ontkennend haar witte sokken laat zien.

Om de drie nachten komt een grote melkwagen de melktank legen waar dan meestal 8400 liter melk in zit. De chauffeur weet de weg. De boer en boerin slapen hier gewoon doorheen. Want straks is het weer melktijd.