Aad en Nel Bolk

Opgetekend door: Lia Versteeg en Wim Raateland

‘Een dorp in een dorp’

De Kleine Betuwe werd in 1944 gekocht door de Rotterdamse Aad Bolk sr. Hij verhuisde met zijn vrouw, zonen Henk, Aad en Cor en dochter Henny met haar man Dick Haak naar Haastrecht. Na de oorlog braken voor de speeltuin gouden tijden aan. Op hoogtijdagen stond het parkeerterrein helemaal vol. Aad jr. en zijn vrouw Nel Bolk zijn verknocht aan de speeltuin die inmiddels zo’n tien jaar dicht is. Hoe is het na de Tweede Wereldoorlog de Kleine Betuwe vergaan?

We worden hartelijk ontvangen door Aad en Nel Bolk met koffie en een stroopwafel in het oude café van De Kleine Betuwe, waar de open haard gezellig brandt. Aad is geboren in 1931 in Rotterdam. Hij is dus net zo oud als Trees Oskam-Kompier, wier vader destijds de Kleine Betuwe is begonnen. Aad heeft nog met haar broer Gerard gevoetbald in het eerste elftal van Haastrecht. Aad noemt met zichtbaar plezier nog een aantal namen van voetballers uit die tijd: kleine Wim Jansen, Cees Versteeg en ook Wim Raateland, die keeper was. Maar we kwamen niet om over voetbal te praten.

Nieuwe eigenaar
De familie Bolk kwam in september 1944 uit Rotterdam naar Haastrecht. Tot onze verbazing vertelt Aad dat zijn vader, Aad Bolk sr., de speeltuin heeft gekocht van een slager uit Den Haag en dus niet rechtstreeks van de vorige eigenaar, Willem Kompier. De familie Bolk had een café aan de Binnenweg in Rotterdam. “Wij zijn daar weggebombardeerd”, zegt Aad. De familie woonde niet bij het café, maar in een groot huis aan de Henegouwerlaan. Toen het gezin naar Haastrecht kwam, bestond de familie uit de heer en mevrouw Bolk, hun zonen, Henk, Aad en Cor en dochter Hennie met haar man Dick Haak. De familie zocht in Haastrecht een veilige plek voor hun zonen. Op de plaats waar ooit de oude gevelsteen zat van de familie Kompier, werd na de overname een nieuwe gevelsteen geplaatst met de tekst ‘Het bedrijf overgenomen 8 september 1944 door A. Bolk en Zonen’ (zie foto).
Nel en Aad hebben elkaar in 1952 leren kennen via Aart en Thea Bakker van het toenmalige houtbewerkingsbedrijf Gebr. Bakker. Nel kwam samen met een vriendin op de fiets uit Rotterdam om De Kleine Betuwe, destijds in Rotterdam heel bekend, te bezoeken. En van het een kwam het ander! Aad herinnert zich nog de hongerwinter van 1944. “Er kwamen toen veel mensen langs op zoek naar eten.” De vader van Nel was dominee in Hendrik Ido Ambacht en zat bij de ondergrondse.
Na de oorlog volgden voor speeltuin De Kleine Betuwe gouden jaren. Er was in die jaren voor de rest nog niet zoveel vertier. Je had Plaswijck in Rotterdam en Drievliet in Den Haag. Er kwamen bussen vol met schoolkinderen en dagjesmensen naar Haastrecht. Op hoogtijdagen stond het parkeerterrein van de speeltuin helemaal vol. Het seizoen liep van Pasen tot oktober. In de winter was het stil en werd er onderhoud gepleegd en in het voorjaar werd gezamenlijk de boel schoongemaakt.

Hechte familie
De familie vormde een hechte gemeenschap, met oma Bolk als bindende factor. Iedere dag luidde zij rond half 11 ’s morgens de bel en ging de hele familie bij haar op de koffie. “Het was eigenlijk een dorp in een dorp”, zegt Nel. In de loop der jaren werden op het terrein drie kleine bungalows gebouwd, voor de gezinnen met hun kinderen. De familie telde toen zestien personen. Zoon Henk was inmiddels verhuisd naar Weesp. “Er kwamen niet zoveel mensen uit het dorp naar De Kleine Betuwe”, merkt Nel op. Veel inwoners van Haastrecht vonden ons maar rare, stadse mensen en wisten niet goed hoe ze met ons om moesten gaan. Wel had de familie Bolk in de beginjaren goede contacten met de familie De Graas. “Moeder De Graas was een lieve vrouw”. Joop, Gert en Toon de Graas werkten in de weekenden regelmatig in de speeltuin. Ook de naam van Adri (Mike) Jansen wordt genoemd en de namen Jan Rost en Van Someren. Aanvankelijk werden er ook nog kersen en aardbeien verkocht. Opa Steinbach, de vader van mevrouw Bolk, hield in het begin het doolhof bij en dat was nog een hele klus. Het doolhof bestond uit ligusterhagen die regelmatig geknipt moesten worden. Als je na veel dwalen eindelijk in het centrum van het doolhof kwam, werd je beloond met een aantal lachspiegels, waarin je heel lang en dun, of heel kort en dik leek. Het grondgebied was 1,5 hectare groot. Het liep van de Provincialeweg tot bijna aan de IJssel.

Het vliegtuig De Pelikaan, de grote publiekstrekker, vroeg veel onderhoud en moest verschillende keren worden vervangen. De huidige Pelikaan is de vierde versie en dateert uit 1988. Dirk Hoogendoorn, de vader van Jake, een vriendje van hun dochter in die tijd, heeft vanuit zijn invalidewagen goed kunnen helpen met aanwijzingen. Aad laat trots de foto’s zien van de feestelijke ingebruikname. Burgemeester Andel hield een toespraak en er waren veel mensen.
Nel en Aad herinneren zich dat in 1988 op initiatief van Hans Walraven de schaatsers Hein Vergeer en Leo Visser werden gehuldigd met een rondrit door het dorp, terwijl ze in het ‘nieuwe vliegtuig’ zaten, dat voor de gelegenheid op een wagen was gezet! En dat alles onder begeleiding van muziekvereniging De Pionier uit Gouda. Kortom, een happening.

Verse frites
De tijden veranderden snel. De ouderwetse speeltuin kreeg concurrentie van de grote pretparken. De familie speelde hier al vroeg op in door in 1958/1959 te starten met een camping. Broer Cor beheerde de camping. Hij speelde ook accordeon en piano op de dansavonden in de dancing achter het café. “Eigenlijk had hij naar het conservatorium gewild”, zegt Nel. De fruithal werd omgebouwd tot friteskraam, annex souvenirwinkel en was het domein van Dick Haak en zijn schoonzuster Trees. Wie herinnert zich niet die heerlijke verse frites? In zo’n puntzak met piccalilly, die je daar kon kopen voor twee kwartjes. In 1959 werd de midgetgolfbaan aangelegd. De trots van Aad. Het werd een grote publiekstrekker. De speeltuin werd verplaatst naar de plek waar voorheen de doolhof was. Met de komst van de camping en de midgetgolfbaan veranderde De Kleine Betuwe van karakter.
Zo’n tien jaar geleden is de speeltuin officieel gestopt. De strenge veiligheidseisen en het ontbreken van opvolgers in de zaak vormden de aanleiding. Maar nog steeds kennen heel veel mensen de naam Haastrecht, omdat ze vroeger als kind in De Kleine Betuwe zijn geweest. En nu is het wachten op wat komen gaat. En Aa? Die is verknocht aan zijn speeltuin. Hij wil er nog niet weg.

Aad en Nel hebben twee dochters, Marian en Ellen. Behalve Aad en Nel, woont ook Trees, de weduwe van broer Cor, nog in één van de huizen op het terrein. Oudste broer Henk is 91 jaar en woont in Weesp.