De Provincialeweg aan het einde van de jaren 40 en de jaren 50.
Omgeving ouderlijk huis Jaap en Cees Reichard
Wij woonden in het laatste huis van de Hoogstraat, grenzend aan de Provincialeweg vanuit Gouda.
De weg was rustig. Incidenteel kwam er een auto langs.
We hadden een houten tuinbankstel aan de voorkant van het huis. Het was hier op de zondagmiddag of op mooie zomeravonden heerlijk rustig buiten zitten. Nu zou dat onmogelijk zijn en verga je van het verkeerslawaai.
Jaap en Cees konden uitstekend op de Provincialeweg spelen. Tollen, hinkelen of wat dan ook. Hinkelbanen werden op de weg getekend (gekrijt) en als er een auto aankwam ging je even aan de kant bij het heggetje staan. Dit was sporadisch. Dat was ook met het tollen. Het was heerlijk rustig tollen op de weg en Cees wist vanaf zijn huis naar het plein voor het museum te tollen. In zijn beleving was dat een groot plein.
De weg zag er vooral wat de afrastering van de heggen betreft, er heel goed verzorgd uit.
Ongeveer zes wegwerkers onder leiding van hoofdkantonnier Kees Kooijman zorgden voor een goed onderhoud van de provinciale weg. De heggen werden door hen handmatig geknipt. De heggetjes zagen er toen subliem uit. Later werd het machinaal gedaan en het ziet er nu verwaarloosd uit. Eigenlijk brandhout! Kom op Provincie!
Jaap weet zich ook nog te herinneren dat de weg in wintertijd bij sneeuw, ijzel en vorst door de heer Kooijman heel goed gecontroleerd werd. Hij bepaalde wanneer er gestrooid moest worden.
Het strooien gebeurde met een vrachtwagen met zand (geen zout). Er stonden drie mannen op de laadbak en strooiden met een schep handmatig wat zand op de weg. Het zand moest de weg wat beschermen tegen de gladheid en je kreeg een soort harde sneeuwkoek, vermengd met wat zand. De sneeuw bleef dus liggen, d.w.z. met het zand. Het was minder glad. Houd er rekening mee dat er toen niet hard gereden werd.
De weg was met sneeuwval nooit schoon en droog, zoals we dat tegenwoordig bij lichte sneeuwval wel kennen.
Er werd geen zout door het zand gemengd. Dat ging toen nog niet. Later ging dat machinaal wel.
Onder leiding van de heer Kooijman werd het weggedeelte om de paar jaar opgeknapt.
Kees Kooijman woonde aan het Marktveld in Haastrecht.
De Provincialeweg was vroeger niet verlicht.
Raadslid W.P.H. Jansen (KVP), zelf wonend aan de Provincialeweg West heeft vele jaren voor de verlichting van de hele weg gepleit. En dit is hem gelukt.
In de raad van november 1962 werd besloten de verlichting aan te leggen. Het duurde ruim twee jaar dat de Provincialeweg Oost in februari 1972 verlicht werd. Daarna was de Provincialeweg West aan de beurt.
Voor het Koetshuis stond de Veenendaalbank ‘Dankbaar Veenendaal Evacuatie 1940’ en de Julianaboom. Op 6 september 1948 werd de bank geplaatst en de boom gepoot. (Zie de Havekedrechter maart 2007).