9. De Groote Draak

De Groote Draak, Provincialeweg Oost 14

Het verhaal van Marcel en Annemarie

Hanneke Leroux, juni 2021

De avond valt schitterend. Er is net een stortbui gevallen en de laagstaande zon laat zich weer zien. De natuur explodeert in omhoogtrekkende dampen en het gefluit van vogels. De N228 slingert in volle glorie door het landschap. Ik ben op weg naar de Groote Draak. Deze boerderij ligt in de Drakenpolder, onderdeel van het oude buurtschap Rozendaal. Gelukkig heeft Marcel Schoonderwoerd mij uitgelegd hoe ik er kan komen. Vanaf de N228 kun je de boerderij namelijk nauwelijks zien liggen. Langs de bungalow, die de vader van Marcel ooit heeft laten bouwen, loopt een weggetje richting IJssel zo de uiterwaard in. Verscholen tussen oude bomen en omgeven door een boerentuin ligt de magistrale boerderij. Ik raak betoverd door het totaalplaatje Een schapenschuur, wat schaapjes in de wei, een hooiberg en onder het afdakje een knipogende kat waar de veren van een  gevangen vogel nog omheen dwarrelen.

In de gezellige keuken maak ik kennis met Marcel en Annemarie. Boeken en eigendomsaktes liggen al klaar op de tafel.

Het verhaal van de Grote Draak werd voor het eerst beschreven in 1668 toen deze werd gekocht door de familie van de Meij, een familie die vanuit Frankrijk naar Haastrecht emigreerde. ‘Maar het kan heel goed zijn dat de boerderij zelfs nog ouder is’, zegt Marcel. In 1720 is de boerderij verbouwd en dat is precies opgetekend omdat er onmin is ontstaan tussen de eigenaar en de aannemer over geld en materialen. In 1776 kocht de familie van Vliet de boerderij en deze bleef in haar eigendom tot 1904. De dochter van de familie bleef nog enige tijd hypotheekgever van Antonius Schoonderwoerd, de overgrootvader van Marcel. Hij kocht de boerderij met bijgebouwen en 22,5 hectare aan landerijen. ‘Voor de somma van 33:000 gulden’, leest Marcel voor. ‘Het schuurtje aan de rand van de IJssel is waarschijnlijk de Kleine Draak’. De boerderij is vanaf die tijd in de familie. Een kleine anekdote: toen Johannes Schoonderwoerd, de vader van Marcel, een gierput ging graven werden er vijf gouden dukaten gevonden.

Johannes gooide het roer helemaal om. Hij was geen echte boer maar veehandelaar. Hij zag overal handel in. Johannes maakte deel uit van twee kaartclubjes: een clubje met boeren uit Haastrecht en een kaartclubje met middenstanders uit Oudewater waaronder een kleermaker die zijn zaak over wilde doen. De zus van Marcel ging bij de kleermaker in dienst en had al gauw een eigen kledingzaak. De rest van het gezin volgde. Want Johannes zei: ‘je kunt in deze tijd beter geen boer blijven maar handelaar worden’. De familie Schoonderwoerd bleek een neus voor de handel te hebben; er werden meerdere kledingzaken geopend in Gouda, Bodegraven en Woerden onder de naam ‘Schocon mode’. In de grote verbouwde stal van de boerderij werd magazijn gehouden en er liep zelfs personeel rond.

Marcel leert Annemarie kennen op een dansavond. Ze trouwen en betrekken het voorhuis van de boerderij. De rest van de boerderij wordt verhuurd aan studenten geneeskunde en aan een fysiotherapeut. Vader Johannes woont inmiddels in  de naastgelegen bungalow. Na een paar jaar betrekken Marcel en Annemarie de hele boerderij. Ze krijgen drie kinderen. Dochter Marleen is eigenaresse van kledingzaak ‘Pardoes’ in Oudewater.
Nog maar een paar jaar geleden wilden Marcel en Annemarie de boerderij verkopen maar dat liep op niets uit. Nu blijven ze want ze beseffen maar al te goed dat dit geen plek is om achter te laten.

We lopen tot slot een rondje door de boerentuin. Liefdevol spreken de twee over de aanplanting, de eeuwenoude bomen maar ook over onkruid dat is komen aanwaaien en zich vervolgens heeft geschikt tussen de kleurenpracht.
‘Wat een rijkdom’, zeg ik.

‘Gezondheid dat is rijkdom’ antwoordt Marcel.